Dat was een mooie avond! Dertien wijnen van topproducent Gaja passeerden de revue bij mijn proefclub de Haagse Wijn Sociëteit, met als afsluiter een Grappa di Barbaresco van Gaja. Eerst deel ik mijn proefnotities. Daarna de uitvoerige hand-out van de regisseur van deze Gaja-avond met alles wat je altijd al had willen weten over Gaja. Enjoy!

Gaja, de wijnen:

1) 2011 Gaja Vistamare, Ca’Marcanda/Bolgheri, 60% vermentino (rvs), 40% viognier (6 mnd grote houten vaten): expressieve neus, bloemig, boenwas, petrol en toch lekker fris. In de mond ook anijs, bittertje. Een ‘pleaser’, noemt een van de proevers hem. Nou, een dikke pleaser is het!

2) 2012 Gaja Alteni de Brassica, Langhe, sauvignon blanc, 6 maanden barrique: in de neus iets verfijnder, zacht bloemig, zweem van zoet. In de mond iets minder open, wel lekker fruit en frisse zuren. Afdronk ook fris met een prettig bittertje.

3) 2008 Gaja Rossj-Bass, chardonnay, 6 maanden barrique: tropisch fruit, ananas, perzik. Romig mondgevoel, hout, kruidig, citrus, fluwelig. Frisse afdronk. Mooi!

Gaja Vistamare

 

4) 2010 Gaja Cremes, Langhe, dolcetto: paarsrood van kleur, niet dik. Blauwe bessen, maar kruidigheid overheerst. Nootmuskaat, peper. Idem in de mond, niet dik, ook een zekere frisheid (Eucalypthus?). Wat stroeve, maar niet harde, tannines. De afdronk is fris, kruidig, elegant. (Door de regisseur in Italië gekocht)

5) 2008 Gaja Sito Moresco, Langhe, 35% nebbiolo, 35% merlot, 30% cabernet sauvignon: deze wijn is bruiner en dikker, heeft meer neus dan de vorige. Koffie. Sappig, dik, vol met later een pittig pepertje. Fris in de afdronk met iets drogende tannines.

Gaja Cremes en Sito Moresco

 

6) 2007 Gaja Promis, Ca’Marcanda/Bolgheri, 55% merlot, 35% syrah, 10% sangiovese: donker paarsrood, véél neus. Kersen, kruidig, nootmuskaat en iets metaligs. Sappige aanzet, vol, romig, later ronde tannines, blijft sappig. Frisse, lange afdronk met veel rood fruit. Lekker!

7) 2007 Gaja Magari, Ca’Marcanda/Bolgheri, 50% merlot, 25% cabernet sauvignon, 25 % cabernet franc. Iets meer gesloten, inkt, beetje boers. Idem in de mond, hier ook blauwe bessen, kruidig en een frisse fruitrijke afdronk.

8) 2003 Gaja Camarcanda, 50% merlot, 40% cabernet sauvignon, 10% cabernet franc: in de neus weer die kruidigheid, nootmuskaat, pruimen op sap. In de mond een frisse aanzet, niet heel veel fruit, meer groentenat, duidelijk salie. In de afdronk wat stroeve tannines. Een mooie wijn die wellicht nog wat verder kan rijpen?

Gaja flight 3

 

9) 2004 Gaja Dagromis,  Barolo, nebbiolo: deze flight wordt ons geadviseerd onze bourgogneglazen te gebruiken. De wijn is dakpannenroodbruin, een beetje transparant. Veel geuren: een echte snuffelwijn. Cassis, tabak, drop. In de mond wat aan de dunne kant, wat stroeve tannines maar toch wel veel smaak. Drop wederom, ook in de frisse afdronk.

10) 2004 Gaja Barbaresco, nebbiolo: Wat meer gesloten in de neus dan de vorige wijn. Nóg gesloten? In de mond veel sap maar niet dik. Bessen, milde houttonen, drop, zachte zuren. Zacht-stroeve tannines. In de afdronk drop, fris en een beetje stroef mondgevoel. Dit is de basis-Barbaresco van Gaja.

11) 2004 Gaja Sorì Tildìn, Langhe, nebbiolo: meer roodpaars van kleur. In de neus rood fruit, kersen, confiture. Sappige aanzet, niet heel veel fruit, stroeve tannines. Lange afdronk met weer heel stroeve tannines. Dit is een dijk van een wijn maar nog veel te jong!

Gaja

 

12) 2004 Gaja Brunello Rennina, Pieve Santa Restituta/Montalcino, sangiovese: intense neus waarin blauwe bessen overheersen. Kruidig. Veel sap, blauwe bessen, maar niet dik. Elegant. Drop, zoethout, confiture. Dit vind ik geweldig. En daarin sta ik niet alleen merk ik aan de enthousiaste reacties van mijn proefclubgenoten.

13) 2004 Gaja Brunello Sugarille, Santa Restituta/Montalcino, sangiovese: sap, groentenat, behoorlijk aanwezige tannines, fris. Vanille, kaneel, maggie. Doet in de neus ouder aan dan in de mond, waar hij nog heel jeugdig overkomt. Zou hem over een paar jaar nog wel eens willen proeven!

IMG_0014

 

Gaja, AW en Gaia

Nee, Gaia Gaja was er niet bij deze keer, helaas. Foto: Anne-Wies (l) en Gaia tijdens een winemakersdiner georganiseerd door Kwastwijnkopers in restaurant Bord’Eau, Amsterdam. Lees hier meer daarover.

Hieronder de uitvoerige hand-out van proefclubgenote Carla van Rijsbergen, de de regisseur was deze avond, met alles wat je altijd al wilde weten over Gaja. Knap stukje werk!

Gaja, een familiegeschiedenis

GAJA is een familiebedrijf. Angelo Gaja wortelt in een hechte familietraditie en is de vierde generatie van een wijnbouwersgeslacht van Spaanse origine. Zijn overgrootvader Giovanni Gaja bezat een osteria en enkele wijngaarden in Barbaresco, waar hij begon met wijnmaken om in zijn restaurant eigen wijnen bij het eten te kunnen serveren. Wanneer steeds meer inwoners zijn wijn wilde aanschaffen om ook thuis te kunnen drinken en dit geleidelijk aan een belangrijke bron van inkomsten werd, begon hij professioneel met wijnmaken in 1859. Toen één van zijn zonen, Angelo Gaja, met de lerares Clothilde Rey trouwde, begon zij naast het lesgeven ook in de osteria te werken. Al snel runde ze ook het wijnbedrijf en legde vooral de nadruk op het produceren van kwaliteitswijnen. Hun oudste zoon Giovanni Gaja, vader van Angelo, begon op zijn 25e in het bedrijf. Hij was opgeleid als landmeter en kende in deze capaciteit al het land in de regio. Hij werd vaak betrokken bij taxaties van land en bij verschillende bouwprojecten. Door zijn aanzien bij de plaatselijke bevolking werd hij in 1958 tot burgemeester gekozen en heeft dit ambt 25 jaar bekleed. Het meeste land was, in die tijd heel gebruikelijk, voornamelijk in bezit van de adel en gold de „mezzeria”, pacht, waarbij de pachter de helft van de opbrengst aan de landeigenaar moest afstaan. De pachters bewerkten de wijngaarden en verkochten hun druiven aan wijnmakers als de Gaja’s, deze maakten er wijn van en verkochten deze aan consumenten en vaak weer aan de landeigenaren. De Gaja’s waren hierin ongewoon, omdat ze zelf ook wat land in bezit hadden en met geld van zijn andere bezigheden en met vooruitziende blik kocht Giovanni Gaja de wijngaarden Sorì Tildìn, Costa Russi en Sorì San Lorenzo erbij. Hij verkocht zijn lagere kwaliteitswijnen toen al in bulk, wat hij zich kon veroorloven door opbrengsten uit zijn andere inkomsten. Voor zijn kwaliteitswijnen zette hij in 1937 het Gaja-label op de fles. Zoon Angelo Gaja, geboren in 1940 in Alba, bracht als 11-jarige zijn weekenden al door in het familiebedrijf in Barbaresco en werd door zijn grootmoeder Clothilde er van doordrongen dat hij het vak moest gaan leren. De ambitie, energie en toewijding zaten hem in de genen. Zo begon hij op 14-jarige leeftijd aan een 6-jarige opleiding aan het Instituto Tecnico Agrario e Enologico in Alba. Zijn carrière bij het familiebedrijf startte in 1961 en hij behaalde zijn master in economie aan de universiteit van Turijn in 1970, terwijl hij parttime werkte. Hij trouwde met Lucia Giordano in 1976 – die al sinds haar 18e voor zijn vader bij het bedrijf werkte – en zijn partner werd in het familiebedrijf. Oudste dochter Gaia Gaja werd geboren in 1979, dochter Rosanna Gaja in 1981 en zoon Giovanni Gaja in 1993.

Betekenis van Gaja voor Barbaresco en Piemonte

Gaja zette de Piemontese wijnbouw op zijn kop door het verlagen van de opbrengsten en het gebruik van Franse eiken barriques, het uitbrengen van wijnen van individuele wijngaarden in Barbaresco – Sorì San Lorenzo, Sorì Tildìn en Costa Russi, evenals in Barolo – de Sperss wijngaard en de aanplant van de eerste stokken Cabernet Sauvignon, Chardonnay en Sauvignon Blanc in Piemonte. Inspiratie voor deze vernieuwingen deed Gaja op tijdens zijn studie wijnbouw en oenologie in Alba, aan de wijnbouwfaculteit in Montpellier en tijdens zijn werkervaring in Bourgogne en Californië. Hierdoor verkreeg hij een mondiale kijk op wijn. Vervolgens ging hij 3 maanden naar London om Engels te leren en werkte aldaar in restaurants. Al snel kwam Gaja tot de ontdekking dat Italiaanse wijn buiten Italië maar weinig bekendheid genoot. Hoewel de inwoners van de Langhe regio Barolo zagen als de koning van de Italiaanse wijn met Barbaresco op de voet gevolgd, bleken deze wijnen buiten noord-Italië nauwelijks bekend. Vader Giovanni Gaja zag het belang van marketing al in en spoorde Angelo aan om de wijnen ook buiten de regio aan de man te brengen. En zo overtuigde Angelo in 1965 de eigenaar van het beste restaurant van Milaan om de Gaja Barbaresco 1961 op de wijnkaart te zetten. Hij ging focussen op de ‚fine-dining’ restaurants. In Zwitserland en Duitsland kreeg hij van restaurateurs te horen dat zijn wijnen goed waren, maar te rustiek in vergelijking met bordeauxwijnen. Zijn doel werd wijn te maken die zowel complex en in balans was en het unieke van de nebbiolodruif toonde. In 1968 kocht hij 36 gebruikte barriques van een Bordeaux chateau en begon te experimenteren met houtgebruik. De implementatie zou nog jaren duren en was een novum in Piemonte. In 1999 neemt hij een rigoreuze maatregel door zijn individuele wijngaard nebbiolo’s te declassificeren van Barbaresco DOCG naar Langhe Nebbiolo DOC, omdat hij de vrijheid wilde om circa 5% Barbera toe te voegen aan de Nebbiolo om de zuurgraad te verhogen. Door de betere wijngaardtechnieken werden de druiven van deze wijngaarden altijd rijp, een beetje Barbera met een hoge zuurgraad zou frisheid toevoegen. Terwijl zijn individuele wijngaard wijnen in reputatie toenamen, werd de Gaja Barbaresco, zijn paradepaardje en gemaakt van druiven uit 14 verschillende wijngaarden, als een „gewone” wijn beschouwd. Dit terwijl hij een top-Barbaresco wilde maken met de individuele wijngaardwijnen als andere categorie. De naam Gaja op het label bleek genoeg om de verkopen niet terug te laten lopen. In de late 70-er jaren richtte hij het importbedrijf Gaja Distribuzione op. In 1990 al even succesvol als het wijnbedrijf. Hij ging ook Riedel glazen importeren, evenals de Screwpull kurkentrekker, die geschikt bleek om de lange kurken uit de fles te trekken. Om besmetting met de TCA-bacterie tot een minimum te beperken, plaatste Gaja voor de kurken aparte, grote orders bij een leverancier in Sardinië. Decennia reisde Angelo Gaja door Europa en ging persoonlijk bij de beste restaurants langs. In 1973 begon hij te exporteren naar de V.S., waarna vele landen volgden met meest recentelijk China en Japan. Tegenwoordig heeft Angelo Gaja circa 100 verkoopvertegenwoordigers in Italië alleen al die zijn eigen- en importwijnen in de markt zetten bij de beste restaurants en boutique wijnwinkels. Sinds 1989 is de productie ongewijzigd: 30.000 kisten.

De wijngaarden van Gaja 

In de wijngaard experimenteerde Angelo Gaja met het korter snoeien van de Nebbiolo stokken tot 8-10 knoppen in plaats van de gebruikelijke 20-24, om de concentratie in het fruit te verhogen. Hij overtuigde zijn vader niet langer de helft van  de druiven bij anderen in te kopen, omdat het werk in die wijngaarden niet controleerbaar was. Hij wilde alleen druiven van eigen wijngaarden en dan vooral rijpe druiven. Deze twee beslissingen alleen al leidden tot ruim 50% productieverlaging en toen de oogst in 1961 heel klein bleek, was papa Giovanni Gaja niet blij. Echter in 1962 leidde de genomen maatregelen al tot een overvloedige oogst en terwijl andere producenten lichte, dunne wijnen maakten, maakte Gaja rijpe en geconcentreerde wijnen. De Sorì San Lorenzo wijngaard beplantte hij in verticale rijen voor dichtere beplanting en betere zonexpositie in plaats van in de traditionele horizontale rijen. In 1978 liet Gaja in Barbaresco een wijngaard met Nebbiolo stokken rooien en beplanten met Cabernet Sauvignon. Hij weerstond hierbij zijn vader die hierop tegen was en hierover zei: „Darmagi”, wat jammer betekent en waarop Angelo Gaja de wijn afkomstig van deze wijngaard Darmagi noemde.  Het totaal aan 245 hectare aan wijngaarden werd vroeger met koemest bemest, maar eind jaren 80 kwam chemische bemesting in zwang en het bedrijf ging hierin mee. Het gevolg hiervan was dat de bodem steeds meer verarmde, waarop in de 90-er jaren weer werd overgegaan op compost. Dit bleek toen zo duur geworden dat Angelo Gaja in 2004 besloot zijn eigen compost te gaan produceren. Intussen zijn de verbeteringen in de wijngaard merkbaar. De planten worden veel minder aangetast door ziekten en het is steeds beter mogelijk om in de kelder alleen met natuurlijke gisten te werken. In de wijngaarden wordt tegenwoordig ook volop geëxperimenteerd om oïdium (echte meeldauw) en peronospora (valse meeldauw) met natuurlijke methoden te bestrijden, geïnspireerd door andere fruitbranches.

Gaja’s kelder

Met de komst van de eerste roestvrijstalen gistingstanks in de kelder van Gaja kon de temperatuur en blootststelling aan zuurstof beter worden gecontroleerd, waardoor het fruit beter behouden kon blijven. Wijnmaker Guido Rivella, een studiegenoot van Angelo Gaja, geeft de voorkeur aan wilde gisten op de druiven om de gisting te starten boven gecultiveerde gisten. Hij scheidt de wijn ook vroeger van de most om overdreven extractie van tannine te voorkomen, gemiddeld na drie weken. Hierna wordt de malolactische fermentatie op gang gebracht en gecontroleerd door de kelders op te warmen en de niveaus van het appel- en het melkzuur te meten. Voor het rijpingsproces gaat de wijn voor een jaar op barriques, waarvoor 1/3 nieuw hout wordt gebruikt en het volgende jaar gaat de wijn op botti, grote eiken vaten uit Slavonië.

Klimaatveranderingen

De klimaatveranderingen sinds de jaren 2000 zijn een uitdaging voor de Piemonte-regio. Het gaat dan met name om nieuwe ziekteverwekkers in de wijngaarden. Door de opwarming van de aarde worden de druiven vroeger rijp en stijgt het alcoholgehalte van de wijn tot ongekende proporties. Het koele klimaat in de regio heeft hiervan geprofiteerd omdat voorheen slechts drie van de tien oogsten in de regio geslaagd was. Met uitzondering van het verregende 2002 en het hittejaar 2003 worden alle daaropvolgende oogstjaren als goed beschouwd, met uitspringers als 2004 en 2007. Recentelijk zijn 500 cypressen en ook hagen aangeplant om de natuurlijke vegetatie te bevorderen en de alcoholpercentages te kunnen temperen.

Pieve Santa Restituta

Gelegen in Montalcino, op de zuidwest helling van de appellatie. Het bestaat uit 4 wijngaarden met in totaal 40 hectare. De bodem bestaat uit een mix van zandsteen en klei. Enkele hectare Cabernet-Sauvignon die hier stond is door Gaja gerooid. Er wordt alleen gewerkt met Sangiovese. Er worden 3 wijnen gemaakt:

– Brunello di Montalcino, gemaakt van de beste druiven van alle 4 wijngaarden.

– Rennina, een Brunello di Montalcino, gemaakt van de beste druiven van 3 van de wijngaarden.

– Sugarille, een Brunello di Montalcino, gemaakt van de druiven van de wijngaard met dezelfde naam. Hier zit een hoger percentage kalkzandsteen in de bodem.

Er worden jaarlijks ca. 6.000 kistjes afgeleverd.

Vanwege excessieve regenval in 2002 en een smoorhete zomer in 2003 werd de totale oogst in bulk verkocht.

Volgens de filosofie van Angelo Gaja wordt hier geen Rosso di Montalcino gemaakt, de „baby-brunello”. Het zou afbreuk doen aan de ‚grote’ Brunello.

Ca’Marcanda

Gelegen in Castagnetto Carducci te Bogheri aan de Toscaanse kust. Na twee jaar stevig onderhandelen kon Angelo Gaja in 1996 het bezit eindelijk aankopen en noemde het Ca’Marcanda, huis van eindeloze onderhandelingen. Hier stonden verschillende gewassen en maar weinig Sangiovese. Het meeste van de 150 hectare werd gerooid en hier werden vooral internationale druivenrassen aangeplant als Cabernet Sauvignon, Merlot, Cabernet Franc en wat Syrah in 3 wijngaarden. Door Gaja’s team zijn 11 verschillende bodemtypen onderscheiden. Er worden 3 wijnen gemaakt:

  • Promis, bestaat uit 55% Merlot, 35% Syrah en 10% Sangiovese, afkomstig van donkere kleibodems.
  • Magari, ook een blend van 50% Merlot met 25% van beide Cabernets en komt van een bodem met kalkzandsteen en klei.
  • Camarcanda, het vlaggenschip, is een blend van 50% Merlot, 40% Cabernet Sauvignon en 10% Cabernet Franc en komt van rotsachtige bodem met veel kalkzandsteen.

Gaia Gaja

Gaia Gaja, geboren in 1979, is de oudste dochter en heeft samen met haar zus Rosanna de dagelijkse leiding in handen. Ze wordt steeds meer het ‚gezicht’  van het familiebedrijf. Hiervoor reist ze, evenals haar vader destijds, de hele wereld over. Ze bedient nieuwe afzetgebieden als China, Japan, Indonesë, Scandinavië en Rusland. Was in haar vaders’ tijd de wijnwereld nog veel kleiner, traditioneel en conservatief, in de huidige markt ontmoet zij veel meer kennis en ervaring en klanten in nieuwe afzetgebieden hebben zich dan ook snel en sterk ontwikkeld. Het is haar uitdaging om met deze nieuwe ontwikkelingen mee te gaan. Zo pakt ze ook de voorkeur van jonge sommeliers op voor ‚natuurlijke’ wijnen. De filosofie is nog altijd dezelfde, maar alle nieuwe ervaringen hebben deze verder gedefinieerd en verfijnd, zoals bijvoorbeeld te merken is in het meer genuanceerde houtgebruik en natuurlijke bestrijdingsmethoden in de wijngaard.

Gaja in jaartallen:

1961                 Angelo Gaja begint zijn carrière in het familiebedrijf. Experimenten strengere snoei Nebbiolo.

1964                 Aankoop van Sorì San Lorenzo. (Sorì is Piemontees voor zuid-expositie)

1967                 Eerste oogst Sorì San Lorenzo, als single-vineyard wijn, een novum in Barbaresco.

Aankoop Sorì Tildìn wijngaard.

1969                 Experimenten met barrique opvoeding in Barbaresco.

1970                 Guido Rivella wordt wijnmaker. Eerste oogst Sorì Tildìn.

1976                 Eerste oogst Barbaresco met barrique opvoeding.

1977                 Oprichting Gaja Distribuzione.

1978                 Eerste oogst van Costa Russi. Aanplant van Cabernet Sauvignon in wijngaard Darmagi.

1979                 Aanplant van Chardonnay in wijngaard Gaia & Rey in Treiso.

1981                 Installatie van roestvrijstalen gistingstanks.

1982                 Eerste oogst Darmagi.

1983                 Aanplant Sauvignon Blanc in wijngaard Alteni di Brassica.

1984                 Eerste oogst Gaia & Rey.

1988                 Aankoop wijngaard Sperss in Serralunga d’Alba.

1993                 Aankoop van het Castello di Barbaresco.

1994                 Aankoop wijngoed Pieve di Santa Restituta in Montalcino.

1995                 Aankoop Gromis bezit voor productie Barolo Conteisa Cerequio in La Morra.

1996                 Aankoop wijngoed Ca’Marcanda in Castagneto Carducci, Bolgheri.

2000                 Eerste oogst drie Ca’Marcanda wijnen: Promis, Magari en Camarcanda.

2002                 Opening van het splinternieuwe Ca’Marcanda.

2005                 Eerste oogst Pieve di Santa Resituta Brunello di Montalcino. Gaia Gaja treedt toe tot het                                  familibedrijf.

Bronnen:

Perswijn, December 2008

Wine Spectator, October 2011

Proefschrift,  September/Oktober 2011

terlatowines.com

Samengesteld door Carla van Rijsbergen

 

Geen enkel culinair nieuwtje missen? Schrijf je dan hier in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!