We weten nu waar wijn vandaan komt, hoe wijn wordt gemaakt en meer theoretische zaken. Hoog tijd dus om wijn te gaan proeven! En proeven… dat is iets anders dan drinken. Als je proeft leer je je eigen smaak goed kennen. Wat vind jij nou precies lekker in een wijn en wat juist niet. Daarvoor kun je het best een beetje oefenen met wijnproeven. En dat is heus geen straf hoor! Hoe proef je wijn?
Wijn proeven: het juiste glas
Om goed te kunnen proeven is het belangrijk dat je glas het juiste vorm heeft. Hij moet van onder iets breder zijn dan van boven zodat de aroma’s aanvankelijk een beetje gevangen blijven in je glas. De opening moet zo groot zijn dat je er lekker aan kunt snuffelen. Zorg dat je glas schoon is en vrij van resten van afwasmiddel. Spoel tot slot je glas met een klein slokje van de wijn die je gaat proeven. Dat heet vineren. Daardoor krijgt je glas alvast een beetje de smaak van wijn te pakken.
Links de betere vorm van het wijnglas.
Tip: houd als je proeft je glas vast aan het steeltje zodat je hand
de temperatuur van de wijn niet beïnvloedt.
Bekijken van de wijn
Houd je wijn een beetje schuin tegen een witte achtergrond, de muur of wit papier. Zo kun je goed de kleur zien en of de wijn helder is of troebel. De kleur kan je iets vertellen over de leeftijd van de wijn en de druivensoort waarvan de wijn is gemaakt. Jonge rode wijn is vaak paars of donkerrood van kleur en wordt naarmate hij ouder wordt lichter en bruiner. Witte wijn kan vrijwel doorzichtig zijn, soms met een groene zweem, maar ook donker goudgeel.
De kleur van een wijn zegt niets over de kwaliteit: een dure Bourgogne, gemaakt van pinot noir, kan heel licht van kleur zijn en toch veel smaak en aroma’s hebben.
Een wijn die troebel is kan prachtig zijn. Meestal is dat een teken dat de wijn niet is gefilterd, waardoor er juist veel in te beleven valt. De viscositeit (‘stroperigheid’) van een wijn zie je door het glas te walsen, dat wil zeggen een draaiende beweging te maken. De ene wijn stroomt sneller terug in het glas dan het andere. In het glas zie je dat als ’tranen’. Blijven die lang hangen dan is de viscositeit hoog en heb je te maken met een wijn met meer concentratie en alcohol dan als je geen of vrijwel geen ’tranen’ ziet.
Een op nieuw eikenhout gerijpte Californische Chardonnay zal meer kleur en ’tranen’ hebben dan een jonge frisse Vinho Verde uit Portugal. Probeer maar eens en zie de verschillen.
Ruiken en snuffelen
Dan is het tijd om te snuffelen aan de wijn. Eerst ruik je even aan de wijn terwijl je je glas stil houdt voor een eerste indruk. Daarna ga je je wijn walsen: je houdt het glas bij de steel vast en maakt voorzichtig ronddraaiende bewegingen. Daardoor komen de aroma’s goed los. Sommige wijnen hebben heel veel geur, of ‘neus’, zoals dat in wijntermen vaak wordt genoemd. Die stuiven als het ware je glas uit. Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blancs doen dat vaak. Andere wijnen zijn weer heel ‘gesloten’. Die ruik je nauwelijks. Het kan zijn dat die geur zich pas later ontwikkelt, als je de wijn wat langer in je glas hebt. Maar het kan ook zijn dat de gebruikte druivensoorten gewoon niet veel geur hebben.
Steek je neus in het glas waarbij de bovenrand van het glas de rug van je neus raakt. Dan is er genoeg vrije ruimte bij je neusgaten om de wijn goed te kunnen ruiken. Ruik eerst even heel kort. Doe je ogen dicht en concentreer je: wat ruik je? Bloemen? Maar welke bloemen? Kruiden? Maar welke kruiden? Vanille of toast? Dan is er grote kans dat de wijn houtrijping heeft gehad. Het maakt niet uit hoe jij het noemt, want het wordt jouw referentiekader voor het wijnproeven waardoor je uiteindelijk aroma’s gaat herkennen en daarmee de wijnen.
En dan… proeven!
Neem een kleine slok en houd die in je mond. Laat de wijn in je mond rollen zodat hij met je hele mond in aanraking komt: je tong, je verhemelte, de binnenkant van je wangen… Wat VOEL je in je mond? Voelt de wijn stroef aan of juist rond en vettig? Komt de wijn ‘zuur’ over of juist niet? Vervolgens slurp je er een beetje lucht bij en je zult merken dat er nog meer smaken bijkomen. Bij witte wijn kunnen dat smaken zijn als citrus, vanille, boterbabbelaars, kruiden en nog veel meer. Terwijl je in rode wijn rood fruit, cassis, paddenstoel, aarde en specerijen veel voorkomen. Maak je vooral niet druk als jij dat niet proeft! Het gaat er vooral om dat je in je EIGEN woorden omschrijft wat je proeft. Ook weer om je EIGEN referentiekader op te bouwen.
Eet tussen het proeven door naar wens een droog crackertje of een stukje brood. Een stukje kaas is lekker, maar dat kun je beter bewaren tot na de proeverij om je geur en smaak tijdens het proeven niet te beïnvloeden
Afdronk
Als je de wijn hebt doorgeslikt (of, zoals professionals dat doen, uitgespuugd), blijft er altijd iets van de smaak van de wijn in je mond hangen: de afdronk noemen we dat in wijntermen. Bij eenvoudige ‘wijntjes’ is dat nooit zo lang. Bij topwijnen kan die afdronk (nasmaak) heel lang duren. Lekker lang nagenieten dus na elke slok! Tel eens hoe lang (seconden tellen) jij nog nageniet van de smaak van een wijn, zo werk je weer verder aan je eigen referentiekader. Dat uitspugen is geen slecht idee als je zelf een proeverijtje houdt en verschillende wijnen na elkaar proeft. Je zult begrijpen dat objectief wijnproeven lastiger wordt naarmate je meer wijn hebt doorgeslikt.
Probeer het zelf eens uit:
schenk een glas Sauvignon Blanc in met daarnaast een glas Chardonnay.
Ga kijken, snuffelen en proeven.
Wat zie je, wat ruik je, wat proef je?
Hoor graag wat je bevindingen zijn in een reactie onder dit bericht!
Alle tot nu toe verschenen lessen van deze online wijncursus vind je hier
🍇🍷🍴Geen enkele les, recept met wijn advies, wijnweetje of culinair nieuwtje missen? Schrijf je dan hier in ✏️ voor onze wekelijkse nieuwsbrief!
#wijncursusAW
Wordt een sauvignon blanc ook wel op hout bewaard?
Meestal niet, maar het komt wel voor. Ik zelf ben groot fan van de houtgerijpte Sauvignon Blanc van Samantha O’Keefe, Lismore Estate uit Zuid-Afrika.