‘Frohe Ostern’: een paasgroet van onze oosterburen op een wijnlabel? Ja waarom niet? Vier eens Pasen met een Duitse wijn. Een fijne Riesling ligt dan voor de hand, maar Kerner… heb je daar wel eens van gehoord?
Kerner? Die zie je niet zo vaak in Nederland. Wat is dat ook alweer? Even in de materie duiken dus. De website Duitsewijnen.nl is daarbij een aanrader!
Kerner, een stukje geschiedenis
Kerner is een witte druif en een kruising van de blauwe Trollinger en de witte Riesling. Ze kwam tot stand in 1929 dankzij de druivenkweker August Herold, en wel in het Württembergse Lauffen am Neckar. Aanvankelijk sprak men van de witte Herold, totdat de druif de naam Kerner kreeg. Die naam is een verwijzing naar de Weinsberger arts en dichter Justinus Kerner (1786-1862). In 1969 werd deze kruising officieel erkend.
De teelt van kerner druiven
Kerner houdt van bodems die niet te vochtig en ook niet te droog zijn. Een lange rijpingstijd tot ver in het najaar maakt mostgewichten mogelijk die hoger liggen dan die van riesling. De rijpheid van het hout en de winterhardheid zijn goed, zij het dat het bladbeheer veel werk vergt. Dit robuuste ras heeft geelgroene druiven met een dikke schil, maar is gevoelig voor oïdium. Kerner levert goede en betrouwbare opbrengsten met mostgewichten die beantwoorden aan de norm voor Prädikatsweine.
Kerner, de vinificatie en de smaak
Het kleine broertje van de Riesling wordt op alle kwaliteitsniveaus tot Spätlese aan toe aangeboden en dienovereenkomstig gevinifieerd, zelfs in de vorm van droge sekt. De kleur loopt uiteen van lichtgeel tot strogeel. De neus is wat aromatischer dan de riesling: fris, fijn en fruitig (peer, sinaasappelconfituur, groene appel, zwarte bes, abrikoos, ijsbonbon) en heeft soms een subtiele muskaattoets.
Kerner in het glas
Eenvoudige Kerner is dankzij zijn frisse zuren een goede dorstlesser. Droge of halfdroge versies van betere kwaliteit passen goed bij lichte voorgerechten als vis- of groenteterrine, zomerse salades, vis, gevogelte en kalfsvlees, asperges en milde kazen. Fruitig-zoete Spätlesen doen het bijzonder goed bij desserts op basis van appel.
Proef op de som
In mijn glas een droge Kerner uit Rheinhessen. De wijn is bleekgeel met een groen-gouden glans. In neus en mond is hij heel geurig en aromatisch met witte bloemen maar ook citrus (limoen en grapefruit). Strakdroog met mooie frisse zuren. En proef ik daar toch een zoetje tussendoor? Heerlijk opwekkend aperitief, maar ook lekker bij schaal- en schelpdieren, frisse salades en… de Hollandse asperges die langzaamaan hun kopjes weer boven het zand uitsteken!
“Droog, aromatisch met een frisse, opwekkende zuurgraad”
Meer over Duitse wijnen? Check Duitsewijnen.nl
🍇🥂Geen enkel culinair nieuwtje missen🍷🍴?
Schrijf je dan hier in
voor onze wekelijkse nieuwsbrief en/of
volg Anne-Wies op
Instagram, LinkedIn of Facebook
#pasen
Geef een reactie