Tijdens de jubileumreis van het Guilde des Maîtres Fromagers aux Pay Bas, oftewel het Fransekaasgilde, brengen wij een bezoek aan Domaine de Barbe, eigendom van de familie Kuster. Naast het beheren van een camping is het produceren van foie gras de belangrijkste bezigheid van dit bedrijf. We worden ontvangen door de sympathieke Noëmi.

Onder een eeuwenoude boom in de prachtige tuin legt zij ons uit hoe het bedrijf is ontstaan, vertelt ze wat over de architectuur van de gebouwen en neemt ons vervolgens mee naar de schuren waar de jonge kuikens de eerste weken van hun leven doorbrengen. De kuikens komen binnen als ze slechts 1 dag oud zijn. Ze verblijven dan in een ruime schuur waar de temperatuur constant op 25 graden wordt gehouden: de temperatuur zoals die ook bij de moedereend- of gans is. Na 3 weken verhuizen ze naar een andere schuur waar ze ook af en toe naar buiten mogen. Noëmi opent de schuur en de kuikens komen direct nieuwsgierig naar buiten.

Foie Gras Noëmi leidt ons rond
IN GANZENPAS TERUG DE SCHUUR IN
Ze blijven dicht bij elkaar en wij zien ze na een paar minuten snel weer op een kluitje naar binnen gaan. Het is buiten kouder en dat vinden ze kennelijk niet zo prettig. Maar elke dag even buiten went snel. De eendenkuikens zijn allemaal mannetjes. Noëmi grapt dat die rustiger zijn dan vrouwtjes. Maar de reden is dat de levers van mannetjes groter worden. Bij de ganzen is dat niet het geval. De ganzenkuikens zijn hier van beide geslachten. Over het algemeen zijn ganzen rustiger en ordentelijker dan eenden, maar hebben wel meer zorg en aandacht nodig. Al het voer voor de dieren wordt geproduceerd op het eigen land, met name granen en mais. En gras is er in overvloed. 
EN DAN…NAAR BUITEN!
Na 3 weken gaan de kuikens naar weer een andere schuur waar een groot grasland aan verbonden is. Daar mogen ze vrij en blij rondlopen. Wij verbazen ons erover dat er een slechts een 1-meter hoog hekje rond het uitgestrekte terrein staat. Vliegen de ganzen dan niet weg of zijn de vleugels geknipt? Noëmi lacht om onze bezorgde gezichten. Het is zo simpel: de ganzen en eenden hebben nooit geleerd om te vliegen, dus doen ze dat niet. Net zo min als zwemmen. Dat is de reden dat er geen diepe waterplassen in het terrein zijn. De dieren moeten worden beschermd. Ook tegen de grote hoeveelheid vossen en roofvogels die wel graag een diertje snoepen. Er moet dus constant toezicht zijn en daar wordt goed voor gezorgd. Evenals voor het welzijn van de dieren. Want, zo legt Noëmi uit, een dier dat zich niet prettig voelt kan geen goed product opleveren. Stress moet dus bovenal worden vermeden. Dan komt van ons de brandende vraag hoe het nu verder gaat, zo aan het eind van het leven van de eenden en ganzen. Geeft dat hen geen stress?
DE LAATSTE VERHUIZING
Noëmi neemt ons mee naar de schuur waar de gavage plaats vindt. Eigenlijk willen   wij daar helemaal niets van weten, het zou mooier zijn de blije ganzen op het netvlies te houden als we ons stukje foie gras verorberen. Maar dit is wel de kans nu eens te horen hoe het er écht aan toe gaat. Na 4 (voor de eenden) tot 5 maanden (voor de ganzen) worden de dieren voor 14 dagen naar deze schuur gebracht. Ze zitten dan in ruime open hokken met 10 bij elkaar. Aanvankelijk vinden ze dat niet fijn en blijven op een kliekje bij elkaar zitten. Ze zijn immers gewend lekker buiten in alle rust rond te scharrelen. Dan worden de opgepakt, horen meer mensenstemmen en het geluid van de machine die wordt gebruikt voor het voeden. Daar worden ze onrustig van. Maar na een dag of 2 zijn ze ook dat gewend en ogen ze een stuk rustiger.
                    
HET BIJVOEREN 
In tegenstelling tot vroeger (trechter en volproppen) is daar hier een moderne machine voor in gebruik. Het voer bestaat uit een maispapje dat geheel van eigen bodem komt en zelf wordt gemaakt. Noëmi legt uit dat deze dieren eigenlijk trekvogels zijn en dat hun lichaam er op is gebouwd om extra voedsel op te slaan. De eenden worden 2x per dag gevoed, de ganzen 4x. Op die manier wordt ruimte gegeven om het voedsel te verwerken. Bovendien voelt degene die de voeding brengt bij elke voeding of de maag wel voldoende leeg is. Vers drinkwater is er de hele dag in overvloed. Degene die bijvoedt komt op een krukje in het hok zitten, voelt of het dier het vorige eten heeft verwerkt, brengt een pijp in de bek van de gans of eend ( de eerste is iets langer dan de tweede) en de machine spuit het eten erin. Dit hele proces (van oppakken tot weer loslaten) duurt slechts 15 seconden. Dat klinkt allemaal niet zo ernstig maar toch willen wij graag nog een paar antwoorden. Over pijn bijvoorbeeld. Noëmi legt ons uit dat de hals en keel van vogels er anatomisch anders uitzien dan die van de mens. Zij gaan niet kokhalzen en krijgen het niet benauwd, zoals wij als ons dit zou overkomen. Als voorbeeld haalt ze andere vogels aan, en dan met name de ooievaars. Die voeden met hun lang snavels hun kuikens ook direct in hun maag. Op onze vraag naar beschadigingen aan de dieren (wij hoorden over blauwe plekken) geeft ze uitvoerig antwoord. Er zijn, zoals overal, goede en slechte bedrijven. Zij behoren tot de eerste categorie. Het welzijn van de dieren is voor hen heel belangrijk. Niet slechts door de steeds groter wordende druk van dierenwelzijnsorganisaties en de regering, maar ook om een goed product te leveren. Ganzen en eenden met wonden en blauwe plekken leveren een slechtere kwaliteit van de lever en het overige vlees op. En een lagere kwantiteit. Dus, verzekert ze ons nogmaals, zo min mogelijk stress en geen pijn.
     
DE FOIE GRAS PROEVERIJ 
Tot slot neemt ze ons mee naar de winkel, waar we hun rillettes en foie gras proeven vergezeld van een heerlijk koel glas monbazillac. Dit bezoek was voor mij en veel van mijn collega’s zeer verhelderend. Of de aandacht en vrijheid die de dieren hier hebben kenmerkend zijn voor kleinschalige bedrijven durf ik niet te concluderen maar wel zag ik dat de mensen hier om de beesten geven. Daarvan ben ik overtuigd.
🍇🍷🍴Geen enkel culinair nieuwtje missen? Schrijf je dan hier in✏️voor mijn wekelijkse nieuwsbrief!