Beaujolais ken je vast wel. Waarschijnlijk denk je bij Beaujolais direct aan de leus “Le Beaujolais Nouveau est arrivé!” Aan de wijn die elk jaar op de derde donderdag van november bij de slijters en supermarkten in de schappen staat en waar flink wat tamtam over wordt gemaakt. Maar er is zoveel meer dan die primeurwijn. En zoveel mooiers!

Beaujolais Primeur: meer limonade dan wijn?

Beaujolais Primeur of Nouveau is een wijn die al zo’n twee maanden na de oogst op de markt wordt gebracht. Fijn voor de wijnboeren zou je denken. Ze krijgen dan immers snel geld voor hun waar. Helaas geldt dat andersom niet voor de consument. Veel primeurwijnen zijn van een kwaliteit die meer doet denken aan limonade dan aan wijn. Ondanks dat wordt aan de lancering van de Beaujolais Primeur traditiegetrouw veel aandacht geschonken waardoor de andere Beaujolais-wijnen op de achtergrond zijn geraakt. Dat is jammer, want het zijn heel plezierige en veelzijdige wijnen. Lees maar mee…

Beaujolais, een divers gebied

De Beaujolais grenst in het noorden aan de Bourgogne en in het zuiden aan  de Rhône-streek. Het gebied is zo’n 55 km lang en 14 km breed. De 22.000 ha wijngaarden liggen op glooiende hellingen (200-400 meter) op de westelijke oever van de rivier de Saòne. De Beaujolais is onder te verdelen in twee delen. Het meest noordelijke deel, grenzend aan de Bourgogne, heet Haut-Beaujolais en het zuidelijke wordt Bas-Beaujolais genoemd. Een groot verschil tussen de beide delen is de bodemsamenstelling. Waar in Haut-Beaujolais de bodem voornamelijk bestaat uit graniet is in Bas-Beaujolais meer kalk, klei en zand te vinden. De beste wijnen komen uit het noordelijke deel.

Maceration Carbonique

De enige druif die wettelijk is toegestaan voor de DOP (beschermde herkomstbenaming) Beaujolais is de gamay noir à jus blanc, kortweg gamay genaamd. Er wordt ook een heel klein beetje witte Beaujolais gemaakt. Daarvoor wordt chardonnay gebruikt en een minimale hoeveelheid aligoté. De gamay-druif geeft, samen met de manier waarop de meeste ‘gewone’ Beaujolais-wijnen worden gemaakt een levendige, frisse en fruitrijke wijn. Die manier van wijnmaken heet macération carbonique. De hele trossen worden direct na de pluk in een afgesloten tank gedaan. De onderste druiven worden door het gewicht geplet waardoor een gisting ontstaat. Het koolzuurgas wat zo ontstaat kan niet uit de tank ontsnappen. Via enzymen ontstaat er nu binnen de druiven die nog intact zijn een gisting. De druif barst daardoor open en er ontstaat sap met veel kleur en aromastoffen, weinig tannine en iets alcohol.

De DOP’s van de Beaujolais

Er zijn vier DOP’s in de Beaujolais. De meest eenvoudige is de DOP Beaujolais. De druiven voor die wijn komen voornamelijk uit 72 dorpen in het zuidelijke deel van de Beaujolais. Staat er DOP Beaujolais Superieur op het etiket dan komen de druiven uit datzelfde gebied maar heeft de wijn iets meer alcohol dan de ‘gewone’ Beaujolais. Wijnen met de DOP Beaujolais Villages komen vooral uit het grensgebied tussen de Haut- en Bas Beaujolais. Er zijn 38 dorpen waar de druiven voor deze klassificatie vandaan mogen komen. Tot slot is er de top van de Beaujolais: deCru’s du Beaujolais’. De wijnen van 10 dorpen mogen de naam van het dorp op het etiket vermelden. Ze liggen allemaal in de Haut-Beaujolais en profiteren dus van de beste bodemsoorten. Daarnaast worden ze vaak niet gemaakt volgens de maceration carbonique, maar traditioneel. Hierdoor zijn ze complexer en steviger dan de ‘gewone’ Beaujolais en een feestje in je glas. Van noord naar zuid laat ik ze de revue passeren.

Beaujolais Wikipedia

Juliénas

Een van de oudste Cru’s. Julius Cesar was de naamgever van het dorp. De appellatie beslaat ruim 530 ha. Juliénas wijnen zijn harmonieus en hebben een goede structuur. Ze zijn heerlijk om jong te drinken, maar je kunt ze ook nog even bewaren. De beste zelfs een jaar of 10!

Saint-Amour

Een naam die tot de verbeelding spreekt. Maar het is toch echt de naam van het dorpje. De wijnen uit de 302 ha Saint-Amour zijn echter toch ook wat de naam doet vermoeden: ze zijn elegante, zachte verleiders.

Chénas

De naam van dit dorp komt van de eikenbomen (chêne = eiken) die hier vroeger groeiden. Chénas is van de Cru’s de kleinste appellatie: nog geen 250 ha, maar de wijnen van hier zijn zeker niet klein! Het zijn genereuze wijnen met veel fruit en goed te bewaren.

Moulin-à-Vent

Deze 627 ha grote Cru is de enige die niet naar een dorp is vernoemd, maar naar een oude gerestaureerde molen. Moulin-à-Vent was de eerste officieel erkende Cru du Beaujolais. Het is een krachtige, complexe wijn die wellicht het best kan ouderen van alle Cru’s: hij gaat dan lijken op een mooie Bourgogne!

Fleurie

Deze Cru is niet de grootste met zijn 840 ha, maar wel de meest bekende. Het is een van de meest verfijnde Cru’s van de Beaujolais. Met zijn fruitrijke en florale bouquet wordt hij ook de meest vrouwelijke Cru van de Beaujolais genoemd.

Fleurie dorpje

Chiroubles

Een Cru met slechts iets meer dan 320 hectare. De wijngaarden zijn de hoogste van de Cru’s en liggen ronde het dorpje Chiroubles. Zacht, levendig, rond, elegant en rood fruit zijn hier de kernwoorden.

Morgon

Morgon is met zijn 1.100 ha de een-na-grootste Cru du Beaujolais. De wijnen zijn krachtig, rijk en vlezig. In een Morgon vind je, naast rood fruit, ook zwarte kersen, en pruimen. Hoewel je er jong ook van kunt genieten kan deze wijn heel mooi ouderen.

Beaujolais Morgon Cote du Puy 2009

Régnié

Régnié werd pas in 1988 tot de Cru’s toegelaten en is daarmee de jongste appellatie. De wijnen van de 424 ha wijngaarden zijn zacht en soepel en bedoeld om jong van te genieten: 1-3 jaar na de oogst.

Côte de Brouilly

De 316 ha wijngaarden van de Cru Côte de Brouilly liggen op de steile hellingen van de Mont Brouilly. De wijnen zijn iets krachtiger dan buurman Brouilly, maar blijven met hun licht geparfumeerde karakter elegant en delicaat.

Brouilly

Dit is de meest zuidelijke Cru van de Cru’s du Beaujolais en met zijn 1.261 hectare tevens de grootste. De wijnen zijn zacht, rond en fruitrijk en hebben vaak een fijne mineraliteit.

Beaujolais, wat eet je daarbij?

Beaujolais schenk je iets koeler dan de meeste andere rode wijnen: 13-14 graden is ideaal. De ‘gewone’ Beaujolais-wijnen drink je het best ‘gewoon’; eventueel met wat charcuterie of een halfhard kaasje. Maar de Cru’s: daar eet je natuurlijk iets moois bij! Ze zijn zo veelzijdig en passen zich graag aan het gerecht aan. Kies bijvoorbeeld aan een mooie paté, lamsvlees met rozemarijn, kalfsvlees, duif of ander gevogelte. En probeer een Cru zeker ook eens bij pikante Aziatische gerechten. Succes verzekerd!

Santé!

LINKS:

Geen enkel culinair nieuwtje missen? Schrijf je dan hier in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!